De resultaten van de bijentelling 2019 zijn binnen!
Maar liefst 5365 mensen trokken dit jaar naar buiten om bijen te tellen. De top 3 van meest geziene bijen is: op 1 honingbij, op 2 rosse metselbij en op 3 aardhommel. De resultaten van de telling verschillen duidelijk met de Nationale Bijentelling van vorig jaar, toen het zo’n 20 graden was. In het weekend lieten de soorten die niet goed tegen kou kunnen het afweten, terwijl de hommel, stevig behaard, zich juist wel goed liet zien. Hierdoor staan er meer hommels in de top 10 van dit jaar en staat het vosje juist een stuk lager. Vanwege het koude weer werd de telling verlengd tot en met 19 april. We zijn al goed op weg, maar om trends in bijenpopulaties van tuinen helder te krijgen en invloeden zoals het weer uit te kunnen sluiten moet er zo’n 5 jaar achter elkaar worden geteld. Doe daarom volgend jaar, op 18 & 19 april, ook weer mee!
Koud weer is niet ideaal voor bijen, maar de bijen die in het voorjaar vliegen zijn daar wel aan gewend. Dit is terug te zien in de waarnemingen: soorten die goed tegen de kou kunnen zijn het meest gezien. Vooral op zaterdag zijn daardoor opvallend veel hommels geteld. Hoogleraar Natuurlijk Kapitaal Koos Biesmeijer licht toe: ‘Hommels zijn dichtbehaard en hebben een uniek fysiek voordeel ten opzichte van andere bijen. Ze kunnen zichzelf opwarmen met de vliegspieren in hun borst, voordat ze een vlucht maken naar een plant of bloem.’ Tweederde van de getelde bijen zijn wilde bijen, maar de gehouden honingbij is het meest geteld. Op 3 staat de rosse metselbij. ‘Deze bij voelt zich thuis in de stedelijke omgeving en profiteert van de vele bijenhotels, die overal in tuinen en bij huizen te vinden zijn. Dit geldt overigens ook voor nummer 4, de gehoornde metselbij’, aldus Biesmeijer.
Bijenteltraditie geboren
Dorien Ackerman van Nederland Zoemt: ‘Fantastisch dat zoveel mensen dit weekend op zoek zijn gegaan naar de zonnige momenten om te gaan tellen. Jong en oud is de tuin ingedoken en is meer te weten gekomen over bijen, hommels en zweefvliegen. Het laat zien hoe betrokken mensen zijn bij het welzijn van de bij en de natuur. Iedere teller levert een bijdrage aan noodzakelijk wetenschappelijk onderzoek naar de bijenstand in ons land.” Tijdens het gure weekend kwamen er niet veel tellingen binnen, begrijpelijk want er vlogen weinig bijen en ook voor mensen was het niet prettig om buiten te zijn. Gelukkig was de week daarna een stuk zonniger en gingen veel mensen alsnog de tuin in. En met succes! Er werden bijna 54 duizend bijen geteld! Ook werd het duidelijk zichtbaar dat er tijdens de warmere dagen weer meer bijen dan hommels rondvlogen.
Heel Nederland doet mee
Vanuit elke provincie zijn tellingen binnen gekomen. Van de waddeneilanden tot de Belgische grens zijn mensen op pad gegaan om bijen te tellen. Wel is duidelijk te zien dat de meeste inzendingen uit de randstad en andere dichtbevolkte gebieden komen. Provincies Zuid-Holland, Gelderland en Noord-Brabant zijn samen goed voor bijna de helft van alle resultaten. De meest actieve steden zijn Amsterdam, Utrecht en Leiden. Maar kleinere steden zoals Zwolle en Arnhem staan op de 4e en 5e plaats en tellen ook goed mee!
Bijen bedreigd
Met de Nationale Bijentelling organiseert Nederland Zoemt een jaarlijks terugkerend onderzoek, uitgevoerd door burgers, waarmee wetenschappers inzicht krijgen in de trends van bijenpopulaties in Nederland. Met deze informatie kunnen de bijna 360 wilde bijensoorten, waarvan ruim de helft bedreigd is, beter worden geholpen. Wilde bijen zijn belangrijk voor onze voedselvoorziening: 80% van onze eetbare gewassen wordt bestoven door bijen en andere insecten. Daarnaast zijn bijen voedsel voor vogels en zorgen ze ook voor de voortplanting van wilde planten. Draag bij aan dit initiatief en schrijf je nu al in voor de telling van 2020!