Wil je je gemeente bijvriendelijker maken? Dat kan door te zorgen dat er altijd voedsel en nestgelegenheid voor wilde bijen aanwezig is, het liefst op korte afstand van elkaar (max. 200m). We beschrijven hieronder beknopt hoe de gemeente daarvoor kan zorgen.

Voedsel

Bijen zie je vaak druk van bloem naar bloem vliegen. Dat doen ze voor de nectar die dient als brandstof en voor het stuifmeel (pollen) dat essentieel is als voedsel voor de larven. De mate waarin bloemen waarde hebben voor bijen verschilt per soort. Sommige bijen zijn gespecialiseerd op één of enkele planten terwijl andere soorten minder kritisch zijn. Over het algemeen geldt: hoe groter de diversiteit hoe meer soorten bijen. Bloeiende bomen, heesters en struiken zijn goede opties om aan te planten in perken, denk daarbij aan bramen, mei- of sleedoorn, inheemse wilgen en lindes, maar bijvoorbeeld ook Spaanse aak. Andere vaste planten zijn rozen, klokjes, salie, lupine, et cetera. Vermijd bij gekweekte planten de cultivars met gevulde bloemen (zoals bij rozen vaak het geval is), die leveren nauwelijks stuifmeel en nectar. Bij het zaaien van kruidachtige planten heeft het gebruik van lokale soorten de voorkeur. Dat kan bijvoorbeeld door maaisel afkomstig van een kruidenrijke plek in de buurt op een nieuwe plek neer te leggen. Sommige planten zoals wilde peen, pastinaak, rode klaver, duizendblad, paardenbloem en akkerdistel kunnen in heel Nederland gebruikt worden. In het voorjaar kunnen bloeiende bolgewassen van belang zijn voor hommels. Kijk hier voor nog meer voorbeelden van geschikte planten voor wilde bijen. Bijen kunnen niet alleen geholpen worden met het aanplanten van bijvriendelijke planten maar ook door het niet weghalen van spontaan opgekomen planten. Zo kunnen hondsdraf en dovenetel die spontaan onder een heg zijn opgekomen belangrijk zijn voor hommels. 

Nestgelegenheid

De eisen die worden gesteld aan nestgelegenheid verschillen per soort (kijk hier voor meer informatie). Een deel van de soorten nestelt in de grond en graaft daar gangetjes. Andere soorten nestelen bovengronds in door kevers gemaakte gaten in hout of holle stengels van bijvoorbeeld braam, riet of afgestorven kruiden. Op veel plekken is een groot deel van de grond bedekt met tegels, grind of houtsnippers en worden afgestorven stengels in het najaar verwijderd. Het achterwege laten van bodembedekking en het laten staan van kruiden in de winter zijn eenvoudige manieren om nestgelegenheid voor bijen te vergroten. Veel soorten maken hun nest bij voorkeur op plaatsen waar niet al te dichte vegetatie wordt afgewisseld met stukjes onbedekte bodem. Over het algemeen geldt: hoe meer variatie, hoe meer bijen. Het is ook mogelijk om actief nestgelegenheid aan te bieden in de vorm van bijenhotels. Kijk hier voor instructies voor het maken van een bijenhotel. Dat is goed voor de bijen maar ook leuk voor iedereen die bijen graag een keer van dichtbij aan het werk wil zien. Met een informatiebord kun je bewoners bewust maken van het belang van bijen en wat er in de stad voor bijen gedaan kan worden. Een andere mogelijkheid om actief nestgelegenheid aan te bieden is het maken van een bijenheuvel, een grotendeels onbegroeide heuvel van klei of zand op een zonnige plek. Door de bult weer vrij te maken en de zijkanten af te steken als deze eenmaal begroeid is geraakt, kan de heuvel elk jaar weer ruimte bieden aan bijen. Hommels maken wat grotere nesten, bijvoorbeeld in oude muizenholen. Rommelige en ruige vegetatie langs randen van heggen biedt goede nestplek voor hommels.

Beheer

Na het aanplanten of zaaien is goed beheer van groot belang. Bijen hebben doorlopend bloeiende planten nodig en maaien moet daarom gefaseerd gebeuren. Probeer daarbij minimaal 15% van het oppervlak te laten staan. Maai het liefst na de bloei en maximaal 2 keer per jaar. Verder is het belangrijk dat maaisel afgevoerd wordt om te zorgen dat de grond schraler wordt en grassen niet te dominant worden. Probeer klepelen te vermijden, dit is niet goed voor alle dieren en planten. Ook is het van belang niet te zware machines te gebruiken om zo de bodemstructuur te behouden en de nesten in de bodem niet teveel te beschadigen. Kijk hier voor nog meer tips voor goed maaibeheer.

Bijvriendelijk beheer?
Doe de test